Prijskaartje van “uitlegbaar” mismatchrendement wel uitlegbaar?
In het Pensioen Pro artikel “Zeven beleggingstrends in de solidaire premieregeling” wordt beschreven dat steeds meer pensioenfondsen de beschermingsportefeuille in de indirecte methode van de solidaire premieregeling (SPR indirect) gaan inrichten met cash en derivaten. Gedachte hierachter is dat bij deze invulling van de beschermingsportefeuille de overdracht tussen leeftijdscohorten beperkt blijft. Immers komt de mismatch (positief dan wel negatief) tussen het theoretische DNB beschermingsrendement en het gerealiseerde rendement op de beschermingsportefeuille via het overrendement grotendeels bij de jongeren terecht. Een beperkte mismatch en daarmee geringe overdracht tussen leeftijdscohorten zou de uitlegbaarheid van de pensioenregeling ten goede komen.
De vraag die hierbij gesteld moet worden is of het prijskaartje van deze uitlegbaarheid eigenlijk wel uit te leggen is. Onze berekeningen laten namelijk zien dat het toevoegen van kredietwaardige spread in de beschermingsportefeuille (in de vorm van Europese staatsobligaties (AAA-AA), Europese bedrijfsobligaties investment grade en Nederlandse hypotheken) een substantieel hoger pensioen oplevert. Op basis van berekeningen in deze notitie kan dit meer dan 10% schelen kijkende naar de zekerheidsequivalent van het reële pensioen. Daarnaast daalt de kans op een nominale korting doordat er sprake is van meer rendement en diversificatie in de uitkeringsfase.
Lees meer:
Download